Leidt melk drinken tot zwakker botten?

Leidt melk drinken tot zwakker botten?

Er zijn weinig voedingsmiddelen waar zoveel verhalen over gaan als over melk. De één raadt het aan als prima calciumbron voor de botten en de ander is ervan overtuigd dat het calcium aan de botten onttrekt en de botten juist verzwakt. Hoewel deze discussie maar voort blijft duren laten studies een duidelijk beeld zien.




Calcium uit melk wordt niet goed opgenomen.

Calcium hebben we nodig voor sterke botten. De calcium uit melk zou echter nauwelijks opgenomen worden en daardoor geen goede bron zijn. Metingen laten echter zien dat ruim 30% van de calcium wordt opgenomen [1]. Dit wordt gezien als een gemiddelde calciumopname uit voedingsmiddelen. Het klopt dat er groenten zijn zoals broccoli, spruiten, kool en bloemkool met een waarbij 50-70% van de calcium wordt opgenomen, maar die bevatten aanmerkelijk minder calcium. Je neemt bijvoorbeeld evenveel calcium op uit ongeveer 580 gram broccoli, als uit een glas melk van 250 ml (100 mg) [1, 2]. Daarmee wordt duidelijk dat melk een prima calciumbron is.

Verzuring door melk leidt tot zwakke botten

Wanneer voedsel wordt verteerd en gemetaboliseerd kan dit een zure, basische of neutrale rest achterlaten. Dit is afhankelijk van het soort mineralen dat in een voedingsmiddel zit. Calcium, magnesium en kalium laten een basische rest achter en zwavel (eiwit), fosfor en chloride een zure rest. Dat betekent dat groente en fruit een basische rest achterlaten en vlees en zuivel een zure rest. De theorie is dat om verzuring te neutraliseren er calcium aan de botten onttrokken wordt, wat ze zwakker maakt. Metingen laten echter niet zien dat melk een zure rest achterlaat. En eiwit leidt weliswaar tot een verhoogde calciumuitscheiding via de urine, maar zorgt ook voor een betere opname waardoor de calciumbalans niet beïnvloed wordt [3-8]. Bij experimenten met fosfor zien we  zelfs de calciumuitscheiding via de urine vermindert en er meer calcium wordt vastgehouden [9].

Veel botbreuken in melkdrinkende landen

Het klopt dat in landen waar veel melk gedronken wordt meer heupfracturen voorkomen dan in landen waar weinig melk gedronken wordt [10]. Dit wil echter niet zeggen dat melk de oorzaak daarvan is. Het is slechts een correlatie. Landen verschillen op talloze punten van elkaar die invloed hebben op het risico op botbreuken. Denk aan de mate van lichaamsbeweging, vitamine D status, blootstelling aan zonlicht, medicijngebruik, roken, etc. Dat er alleen sprake is van een correlatie wil dus niets zeggen.

Melk en risico op heupfracturen

Er zijn verschillende grote studies uitgevoerd waarin gekeken is naar de associatie tussen melkconsumptie en het optreden van heupfracturen, waarbij gecorrigeerd is voor verschillende factoren (bijvoorbeeld BMI). Is het zo dat de mensen die de meeste melk drinken vaker een heupfractuur krijgen? Een studie die vaak wordt aangehaald om de te bevestigen is een Harvard-studie uit 1997 [11]. Hierin zou het drinken van melk zijn geassocieerd met een 45% verhoogd risico op een heupfractuur. Dat dit verhoogde risico niet significant was, blijft onvermeld. Ook onvermeld blijft dat het drinken van melk tijdens de tienerjaren met een statistisch niet significant 47% verlaagd risico op een heupfractuur was geassocieerd. Deze studie stopte echter niet na 12 jaar, maar bleef doorlopen. In 2003 verscheen er een nieuwe publicatie waarin de deelnemers 16 jaar waren gevolgd. Daar werd een niet significant verhoogd risico gevonden van 17% [12]. Ook een latere meta-analyse met zes studies laat niet zien dat melkconsumptie is geassocieerd met meer heupfracturen [13].

Conclusie: leidt melk drinken tot zwakker botten?

De calcium uit melk wordt goed opgenomen door het lichaam, melk leidt niet tot verzuring en het drinken ervan is niet geassocieerd met een verhoogd risico op heupfracturen.





Referenties
  • Weaver CM and Plawecki KL. Dietary calcium: Adequacy of a vegetarian diet. Am J Clin Nutr 1994;59(suppl):1238S-41S.
  • Nevo-online.nl
  • Heaney RP, Layman DK. Amount and type of protein influences bone health. Am J Clin Nutr. 2008 May;87(5):1567S-1570S.
  • Mangano KM, Sahni S, Kerstetter JE. Dietary protein is beneficial to bone health under conditions of adequate calcium intake: an update on clinical research. Curr Opin Clin Nutr Metab Care. 2014 Jan;17(1):69-74.
  • Calvez J, Poupin N, Chesneau C, Lassale C, Tomé D. Protein intake, calcium balance and health consequences. Eur J Clin Nutr. 2012 Mar;66(3):281-95.
  • Kerstetter JE, O’Brien KO, Caseria DM, Wall DE, Insogna KL. The impact of dietary protein on calcium absorption and kinetic measures of bone turnover in women. J Clin Endocrinol Metab. 2005 Jan;90(1):26-31.
  • Cao JJ, Johnson LK, Hunt JR. A diet high in meat protein and potential renal acid load increases fractional calcium absorption and urinary calcium excretion without affecting markers of bone resorption or formation in postmenopausal women. J Nutr. 2011 Mar;141(3):391-7.
  • Hunt JR, Johnson LK, Fariba Roughead ZK. Dietary protein and calcium interact to influence calcium retention: a controlled feeding study. Am J Clin Nutr. 2009 May;89(5):1357-65.
  • Fenton TR, et al. Phosphate decreases urine calcium and increases calcium balance: a meta-analysis of the osteoporosis acid-ash diet hypothesis. Nutr J. 2009 Sep 15;8:41.
  • Hilliard CB. High osteoporosis risk among East Africans linked to lactase persistence genotype. Bonekey Rep. 2016 Jun 29;5:803.
  • Feskanich D, Willett WC, Stampfer MJ, Colditz GA. Milk, dietary calcium, and bone fractures in women: a 12-year prospective study. Am J Public Health. 1997 Jun;87(6):992-7.
  • Feskanich D, Willett WC, Colditz GA. Calcium, vitamin D, milk consumption, and hip fractures: a prospective study among postmenopausal women. Am J Clin Nutr. 2003 Feb;77(2):504-11.
  • Bischoff-Ferrari HA, Dawson-Hughes B, Baron JA, Kanis JA, Orav EJ, Staehelin HB, Kiel DP, Burckhardt P, Henschkowski J, Spiegelman D, Li R, Wong JB, Feskanich D, Willett WC. Milk intake and risk of hip fracture in men and women: a meta-analysis of prospective cohort studies. J Bone Miner Res. 2011 Apr;26(4):833-9.
Reactie plaatsen