Is brood ongezond?














Brood is één van de meeste gebruikte producten ter wereld. Zowel in Europa, Amerika en Azië wordt veelvuldig gebruik gemaakt van brood tijdens maaltijden. Ook in Nederland gebruiken we veelvuldig broodproducten, voornamelijk bij ons ontbijt en lunch. De consumptie van broodproducten is ingeburgerd en wordt al decennialang gestimuleerd, zowel vanuit huis (ouders) als vanuit verschillende organisaties zoals het Productschap Akkerbouw en het Voedingscentrum, die brood een gezonde keuze noemt. De afgelopen jaren is er ook een tegengeluid ontstaan. Is brood ongezond?





Is brood ongezond?



Zelfbenoemde ‘voedingsprofessionals’ zoals Ralph Moorman, Jesse van der Velde of Juglen Zwaan en daarnaast vele andere mensen die Facebook volschrijven en websites bouwen om hun producten te verkopen geven aan dat brood wellicht helemaal niet zo gezond is. Wat volgens hen de  boosdoeners zijn? Fytinezuur en gluten. Deze hysterie beperkt zich niet tot Nederland maar is wereldwijd actief, de afgelopen jaren is de verkoop van glutenvrije producten wereldwijd dan ook explosief gestegen. [1]

Zijn gluten de boosdoener?

In filmpjes op Youtube en artikelen wordt door Moorman en van der Velde uitgelegd dat mensen die gluten intolerant zijn na het eten van producten die gluten bevatten (zoals brood) een ‘opgeblazen gevoel’ , darmproblemen, huidproblemen of een verminderde weerstand kunnen krijgen beter brood kunnen vermijden.













Nu, dit is absoluut waar. Als jij een opgeblazen gevoel of darmproblemen krijgt na het eten van een bepaald product zou ik dat product ook vermijden, logisch toch? Volgens Moorman, van der Velde en veel anderen is een groot deel van de Nederlanders glutenintolerant of gevoelig voor gluten zoals dit voor kan komen bij mensen die non-coeliakie glutensensitiviteit (NCGS) ervaren. Juglen Zwaan geeft aan dat je het beste 30dagen geen producten moet eten die gluten bevatten zodat je kan kijken of je hinder ondervindt bij het consumeren van gluten [2].

Klinkt logisch, alleen brood bevat veel verschillende bestandsdelen: hoe weet je nu of het aan de gluten heeft gelegen? Inderdaad, dat weet je dus niet. Aangezien zij dit nu al een paar jaar roepen is er een grote groep Nederlanders die hun dagelijkse boterhammen laten staan en overgaan op andere keuzes. Dit is op zich geen probleem. Veel mensen geven aan dat zij zich prettig voelen bij het laten staan van brood, dat zij zich vitaler en gezond voelen nu zij overgaan op andere productkeuzes bij ontbijt en lunch zoals havermout, brood van speltmeel (dat overigens ook gluten bevat) of smoothies.

Dit zijn allemaal positieve signalen en je prettig voelen bij een gewoonte is altijd goed. Het is wel van belang om op basis van juiste informatie deze gedragsverandering te ondergaan, toch? Het zou jammer zijn als je door gebrekkige informatie jarenlang strikt een ‘gezond voedingspatroon’ probeert te volgen en dat achteraf blijkt dat je je al die tijd voor niks gefocust hebt op die duurdere en ‘gezondere’ producten.

 Wat zijn gluten eigenlijk?

Gluten zijn eiwitten die in verschillende graansoorten zitten. Gluten wordt onderverdeeld in twee groepen eiwitten, de glutenines en de gliadines. Alleen de gliadine fractie van het gluten kan aanleiding geven tot coeliakie (gluten-intolerantie). Granen met weinig tot geen van deze gliadines (rijst, mais, teff) kunnen wel gegeten worden door mensen met coeliakie en staan daarom (onterecht) bekend als glutenvrij.

Bij mensen met coeliakie (glutenintolerantie) wordt het darmslijmvlies beschadigt als deze regelmatig met gluten in aanraking komen. Dit veroorzaakt verschillende gezondheidsklachten.[3-6] Gluten zitten daarnaast ook in een deel van de voorverpakte maaltijden zoals sauzen, pizza’s en soepen.

Wat zijn de daadwerkelijke cijfers?


Er is inmiddels onderzocht hoeveel mensen waarschijnlijk glutenintolerant zijn. Uit onderzoek blijkt dat rond de 1% van de bevolking glutenintolerant is. [7-10]. Niet echt veel dus. Een stuk minder in ieder geval dan ‘een groot deel van de bevolking’ zoals vaak beweerd wordt.

En een tarweallergie dan?

Dit is ook onderzocht en dit getal ligt nog lager. Maar 0.5% van de bevolking is waarschijnlijk allergisch voor gluten- en/of tarwe. [11,12]  Er zijn ook mensen die geen coeliakie hebben maar wel last hebben van producten die gluten bevatten, deze mensen zijn gevoelig voor gluten en dus kunnen zij het beste gluten mijden. [13-17] De kans dat jij coeliakie of een tarweallergie hebt….of alleen gevoelig voor gluten bent wordt op basis van onderzoek geschat op maximaal 10%, en waarschijnlijk is het minder. [18] Nu hebben we de cijfers gehad, wat zegt ons logische verstand. Misschien wel het belangrijkste van allemaal.

Waarschijnlijk eet je al heel je leven gluten. vrijwel iedere dag. Stel jezelf nu eens de vraag: heb je je hele leven al last van een opgeblazen gevoel, darm- en/of huidproblemen etc.?

Niet…?








Waar zijn trouwens al die Fransen met hun glutenintolerantie, die eten toch de hele dag stokbroden en croissants? Het is niet leuk om te horen maar waarschijnlijk ben je kerngezond (of eigenlijk juist wel) en loop je mee met de zeer lucratieve aniti-gluten hype met als enige positieve uitkomst: de bankrekening van de dieetgoeroe’s en bakker vergroten door het kopen van speltbrood (waar ook gewoon gluten inzitten en dat niet significant gezonder is dan elk ander brood), boeken  en supplementen etc.

 

Fytinezuur, daarom geen brood! Of toch niet?

Eens kijkenwaar de angst voor fytinezuur vandaan komt.

Ralph Moorman: ‘fytinezuur kan de opname van mineralen verslechteren, zeker als men zeer veel brood op een dag neemt’ [19]

Jesse van der Velde:  ‘Wat het zuur echter wel doet is dat het zich bindt aan de mineralen zink, ijzer, calcium en magnesium  die daardoor minder opneembaar worden voor ons lichaam. Dit betekent dus dat als je dagelijks veel fytinezuur binnenkrijgt, je kans hebt om een mineralentekort te krijgen – Fytinezuur verhindert de opname van vitamine B3. – Fytinezuur kan dus beschouwd worden als een antinutriënt of anti-voedingsstof, die essentiële voedingsstoffen aan ons lichaam onttrekt.’ [20]

Klinkt niet goed, op basis van deze informatie zou ik fytinezuur (en dus ook brood) zeker mijden. Maar er is ook veel onderzoek dat het alarmisme over fytinezuur ongegrond verklaart.








Uit een artikel van Chivo Opleidingen [21]:

Al in 1948 bleek  dat het voeden van hoge concentraties fytinezuur aan mensen te leiden tot een betere botkwaliteit [19]. De tolerantie van fytinezuur leek ook toe te nemen en dat komt omdat de mens wel in staat is om fytase aan te maken, het enzym dat fytinezuur afbreekt. Men kan naar schatting tot 86% fytinezuur afbreken in de maag en de dunne darm [23].

Het lichaam heeft dus mechanismen om de werking van fytinezuur te reguleren. In een observationeel onderzoek onder ruim 1.400 deelnemers bleek de groep, die volgens hun eetdagboeken het meeste fytinezuur binnenkreeg, ook de hoogste botmineraaldichtheid te kennen in de hiel, het bovenbeen en de wervelkolom [24].

De onderzoekers besloten op basis van deze vinding een nieuw onderzoek te starten [25]. Bij een groep van 157 post menstruele vrouwen werd de urine geanalyseerd op de concentratie fytinezuur en daarnaast werd hun botmineraaldichtheid vastgesteld. Na twaalf maanden gebeurde dit weer. De groep met het minste fytinezuur in de urine bleek ook de meest botafbraak te hebben. Daarmee is zeker niet bewezen dat fytinezuur de botten beschermt, maar als men er vanuit gaat dat fytinezuur juist mineralen onttrekt, dan is dit wel een bijzonder resultaat. Daarnaast is er ook daadwerkelijk een plausibel mechanisme voor botbescherming. Fytinezuur kan namelijk de aanmaak van osteoclasten remmen, die zorgen voor botafbraak.[26]

Vindt jij net als ik dat dit een hoop ingewikkelde informatie is? Ik wel in ieder geval, bijna niet meer te begrijpen voor de gemiddelde consument.   Weet je wat, we kijken naar de producten die Moorman en van der Velde ons dan wél aanraden i.p.v. dat stomme brood vol met fytinezuur.

We krijgen o.a. het advies om amandelmeel in producten te gebruiken want dat is blijkbaar wel gezond. Jammer alleen dat amandelmeel veel meer fytinezuur blijkt te bevatten dan tarwe. [27] Ook smoothies en chiazaden worden door Ralph Moorman en Jesse van der Velde veelvuldig aangeprezen want smoothies zijn gezond!

Ze vergeten echter dat juist groene bladgroente en chiazaden vol zitten met fytinezuur. [28] Dus….we mogen geen brood maar wel smoothies en amandelmeel vol met fytinezuur? De ene groep eet dus brood vol met fytinezuur….en de andere groep eet producten van amandelmeel en en daarnaast smoothies….ook vol met fytinezuur.

Duidelijk is dus dat fytinezuur nooit de boosdoener kan zijn. Het is tekenend voor de kwaliteit van de adviezen en het is dan ook aan te bevelen om het veelgebruikte motto van Ralph Moorman: ‘Je bent je eigen goeroe’ in de praktijk te brengen en zijn aanbevelingen te wantrouwen en te controleren aangezien ze, zoals aangetoond, vaker dan eens op onjuiste informatie gebaseerd zijn.  












Conclusie: is brood ongezond?

Brood heeft de afgelopen jaren veel klappen moeten incasseren. Gluten, fytinezuur en ik mis vast nog wel wat. Brood zou slecht zijn. Er is absoluut geen bewijs voor het feit dat het merendeel van de mensen brood moet laten staan integendeel, er is maar een zeer klein deel van de bevolking gevoelig voor gluten dus grote kans dat jij die dit leest dit niet bent en gewoon lekker van je boterham kan blijven genieten. Je kan dus blijven doen wat je al 20, 30, 40 of 50 jaar (ook 50-jarigen volgen Dutch Fitness Community, gelukkig) doet, saai he.

Brood bevat veel waardevolle voedingsstoffen zoals voedingsvezels, B-vitamines en mineralen en is een goede bron van koolhydraten, vol met energie voor je krachttrainingen. Als je brood lekker vindt eet je het wel en als je iets anders lekker vindt dan eet je iets anders, simpel. Bepaal je keuze op feiten en niet op fabels. Laat je niet van de wijs brengen en wees inderdaad je eigen goeroe: ga niet mee in de ene na de andere hype maar wees kritisch.

Toch nog één waarschuwing: brood is zo lekker dat je er makkelijk veel van eet dus blijf je caloriebehoefte per dag in de gaten houden want voordat je het weet ga je hier overheen en dat betekent dat je vet aankomt in plaats van kwijtraakt en dat zou jammer zijn met de zomer die voor de deur staat.















Referenties. [1] Sapone A, et al. Spectrum of gluten-related disorders: consensus on new nomenclature and classification. (2012) BMC Medicine; 10:13 [2] http://www.ahealthylife.nl/waarom-is-brood-slecht-voor-je-de-schokkende-waarheid/ [3] Rubio-Tapia A, Hill ID, Kelly CP, Calderwood AH, Murray JA. ACG Clinical Guidelines: Diagnosis and Management of Celiac Disease. (2013) Am J Gastroenterol.;108(5):656–676. doi:10.1038/ajg.2013.79. [4] Green PHR, Alaedini A, Sander HW, Brannagan TH3, Latov N, Chin RL. Mechanisms underlying celiac disease and its neurologic manifestations. (2005) Cell Mol Life Sci;62(7-8):791–799. doi:10.1007/s00018-004-4109-9. Abstract: http://pmid.us/15868404 [5] Kagnoff MF. Celiac disease: pathogenesis of a model immunogenetic disease. (2007) J Clin Invest. ;117(1):41–49. doi:10.1172/JCI30253. Abstract: http://pmid.us/17200705 | Full Text: http://goo.gl/QJnfd [6] http://www.mlds.nl/ziekten/140/coeliakie/ [7] Bizzaro N, Tozzoli R, Villalta D, et al. Cutting-edge issues in celiac disease and in gluten intolerance. Clin Rev Allergy Immunol. (2012) ;42(3):279–287. doi:10.1007/s12016-010-8223-1. [8] AGA Institute Medical Position Statement on the Diagnosis and Management of Celiac Disease. Gastroenterology. (2006) ;131(6):1977–1980. doi:10.1053/j.gastro.2006.10.003. [9] Rubio-Tapia A, Ludvigsson JF, Brantner TL, Murray JA, Everhart JE. The prevalence of celiac disease in the United States. Am J Gastroenterol. (2012) ;107(10):1538–44– quiz 1537– 1545. doi:10.1038/ajg.2012.219. [10] Fasano A, Berti I, Gerarduzzi T, et al. Prevalence of celiac disease in at-risk and not-at-risk groups in the United States: a large multicenter study. (2003) Arch. Intern. Med. ;163(3):286–292. [11] Vierk KA, Koehler KM, Fein SB, Street DA. Prevalence of self-reported food allergy in American adults and use of food labels. J Allergy Clin Immunol. (2007) ;119(6):1504–1510. doi:10.1016/j.jaci.2007.03.011. Abstract: http://pmid.us/17451802 | Full Text: http://goo.gl/Y0GwO [12] Zuidmeer L, Goldhahn K, Rona RJ, et al. The prevalence of plant food allergies: a systematic review. J Allergy Clin Immunol. (2008) ;121(5):1210–1218.e4. doi:10.1016/j.jaci.2008.02.019. Abstract: http://pmid.us/18378288 [13] Pietzak M. Celiac disease, wheat allergy, and gluten sensitivity: when gluten free is not a fad. JPEN J Parenter Enteral Nutr. (2012) ;36(1 Suppl):68S–75S. doi:10.1177/0148607111426276. [14] Volta U, De Giorgio R. New understanding of gluten sensitivity. Nat Rev. Gastroenterol Hepatol. (2012) Feb 28;9(5):295-9. doi: 10.1038/nrgastro.2012.15. [15] Lundin KEA, Alaedini A. Non-celiac gluten sensitivity. Gastrointest Endosc Clin N Am. 2012;22(4):723–734. doi:10.1016/j.giec.2012.07.006. [16] Aziz I, Hadjivassiliou M, Sanders DS. Does gluten sensitivity in the absence of coeliac disease exist? BMJ. (2012) ;345:e7907. [17] Biesiekierski JR, Newnham ED, Irving PM, et al. Gluten causes gastrointestinal symptoms in subjects without celiac disease: a double-blind randomized placebo-controlled trial. Am J Gastroenterol. (2011) ;106(3):508–14– quiz 515. doi:10.1038/ajg.2010.487. [18] Bizzaro N, Tozzoli R, Villalta D, et al. Cutting-edge issues in celiac disease and in gluten intolerance. Clin Rev Allergy Immunol. (2012) ;42(3):279–287. doi:10.1007/s12016-010-8223-1. [19] http://www.dehormoonfactor.nl/hormoonfactorbrood [20] http://jessevandervelde.com/sojamelk-wel-gezond-het-hele-soja-verhaal-deel-1-fytinezuur/ [21] http://www.chivo.nl/content/antinutri%C3%ABnten-deel-1-fytinezuur [22] Walker AR (1948), Fox FW, Irving JT. Studies in human mineral metabolism; the effect of bread rich in phytate phosphorus on the metabolism of certain mineral salts with special reference to calcium. Biochem J. 1948;42(3):452-62. [23] Kim J (2009), Woodhouse LR, King JC, e.a.  Relationships between faecal phytate and mineral excretion depend on dietary phytate and age. Br J Nutr. 2009 Sep;102(6):835-41 [24] López-González AA (2008), Grases F, Roca P, e.a. Phytate (myo-inositol hexaphosphate) and risk factors for osteoporosis. J Med Food. 2008 Dec;11(4):747-52. [25] López-González AA (2013), Grases F, Monroy N, e.a. Protective effect of myo-inositol hexaphosphate (phytate) on bone mass loss in postmenopausal women. Eur J Nutr. 2013 Mar;52(2):717-26. [26] Arriero Mdel M (2012), Ramis JM, Perelló J, Monjo M.Inositol hexakisphosphate inhibits osteoclastogenesis on RAW 264.7 cells and human primary osteoclasts. PLoS One. 2012;7(8):e43187. [27] Schlemmer U (2009), Frølich W, Prieto RM, Grases F. Phytate in foods and significance for humans: food sources, intake, processing, bioavailability, protective role and analysis. Mol Nutr Food Res. 2009 Sep;53 Suppl 2:S330-75. [28] Gupta S (2004), Lakshmi AJ, Najunath MN, Prakash J. Analysis of nutrient and antinutrient content of underutilized green leafy vegetables. LWT 38 (2005) 339–345

Reactie plaatsen